29 mei, 2006

Natuur, bergen en de noordelijke kuststeden

Voor het hotel in Deir el Qamar proberen we een lift te krijgeng naar Zahlé of in ieder geval richting Barouk waar de weg splitst en we verder zullen moeten zien. De eerste auto's rijden wel bijzonder snel voorbij, maar de eerste vrachtwagen die passeert mindert vaart en neemt ons mee naar Zahlé. Onderweg in een garagebedrijf even gestopt voor een kop zeer sterke Arabische koffie en onze reis voortgezet langs het natuurreservaat (Chouf Cedar Reserve). We passeren steden waar onze vrachtwagenchauffeur een goede gids probeert te zijn en uitlegt dat hier met name veel Druzen leven. Een mysterieuze religieuze gemeenschap waarvan de mannen en vrouwen herkenbaar zijn door kleding, kleur van hoofddoek en sluier en grote witte snorren en baarden.
Een tweede stop bij een benzinestation waar de inhoud van de tankwagen wordt geleegd en een uur later worden we afgezet in het centrum van Zahlé. We vragen 10 minuten de weg naar de straat en het hotel waar blijkbaar nog nooit iemand van heeft gehoord maar hebben snel de volgende lift geregeld die ons met een sigthseeing langs ons gezochte hotel rijdt.
Die namiddag dineren bij een van de restaurants langs de rivier. Volgens de LonelyPlanet zijn de restaurants hier bekend om de fijne Libaneze keuken en zitten de terrassen vol met Beiroeti's. Maar, wat men hier serveert is het slechtste eten van heel Libanon.
Met bus en taxi maken we een dagtocht naar Aanjar. Een stad met veel Armeniers (gevlucht voor de genocide in Turkije) maar vooral bekend om de overblijfselen van de enige Omayyaden stad in het Midden-Oosten. De staat waarin de stad verkeerd is erg slecht en nergens zijn sporen te ontdekken van restauratiewerkzaamheden. Dit geldt trouwens voor veel historische plaatsen onderweg. Aan de hand van de omschrijving uit de reisgids moet men dus met eigen fantasie een voorstelling maken van hoe de stad er uit gezien moet hebben en waar wat was. Zittend en theedrinkend bij de entree en pratend met de gidsen, die bij gebrek aan toeristen niets te doen hebben, genieten we van de lente in Libanon en eindigen de dag in de wijnproeverij van Ksara.

Met een minibus rijden we naar Baalbek, waarvan wordt gezegd dat het een van de belangrijke Romeinse steden is in het Midden-Oosten. Baalbek is echter ook de plaats waar Hezbollah was/is gezeteld en dus verkiezen wij een stadswandeling boven het terrein met Romeinse ruines. We passeren weliswaar het terrein wat een populaire bestemming is voor schoolreisjes en waar souvenirverkopers druk zijn met het aanprijzen van hun artikelen. Ondanks dat Libanon niet deelneemt aan het WK-voetbal, zijn ook overal WK-gadgets te koop en zijn Duitsland en Brazilie favoriet in Libanon. Spandoeken in vele straten en vlaggen staan in rekken tussen de groene en gele vlaggen van Hezbollah.
We ontmoeten '2 canadezen op avontuur' en wandelen tot het einde van de stad. Zo gaan we in een park met hele schoolklassen op de foto en zien we een grote tent met de voor ons inmiddels zo bekende logo's en vlaggen. Men staat toe dat we naar binnen gaan en we stappen in een half opgebouwde tentoonstelling van Hezbollah. Vitrinekasten met foto's en militaire uitrusting van mannen die een martelarendood zijn gestorven, een foto overzicht van de 16 daagse oorlog en de het aantal slachtoffers dat 'counterattacks' [...] hebben veroorzaakt en vooral veel cartoons over Israel en Amerika. Opnieuw een confronterende dag. Buiten de expositietent klinkt luide muziek van Eminem uit een gettoblaster en zie je, als je goed kijkt, ook nog wel iemand met een petje met de letters NY. We zijn aanwezig op een verlovingsfeest, eten mee van de bruidstaart en worden in ons hotel hartelijk verwelkomt door de manager die al in zijn pyjama op ons zat te wachten. De vriendelijkheid van de mensen kent in Baalbek geen grenzen.

Door de nog besneeuwde weg van Baalbek naar Bcharré zijn we genoodzaakt via het noorden van Libanon te reizen. Een hele dag reizen met minibus en taxi en opnieuw liftend met personenwagen en vrachttruck tot aan Tripoli (Trablous). De laatste was zodanig zwaar beladen dat we slechts met 20 km de bergen op en af reden. Alle tijd om op ons gemak dit gebied te zien dat we anders hadden overgeslagen.
In Tripoli is aan veel gebouwen nog de schade en vernieling van de burgeroorlog te zien en verwonderen wij ons over de rust en saaiheid van de op een na grootste stad van Libanon.
Voor wat avontuur rijden wij door mooie valleien naar Bcharré om de volgende ochtend vroeg de Qornet as -Sawda (3090 meter) te beklimmen. Ondanks dat er op de top nog sneeuw en ijs ligt, zijn de skiliften al enige tijd buiten werking en klimmen/wandelen wij het hele stuk omhoog. Ruim voordat de wolken de berg omarmen hebben wij een adembenemend uitzicht vanaf de hoogste berg van Libanon.

Van Bcharré naar Byblos (Jbail), een van de oudst bewoonde steden ter wereld. We proberen de goede visrestaurants en luieren aan het strand alvorens weer terug te reizen naar Beiroet en ons op donderdagavond in het nachtleven van de hoofdstad te storten.
De 26e reizen we met een volle taxi naar het vliegveld. Na ruim 2 fantastische weken samen in Libanon nemen we afscheid en wandel ik, met een brandend middagzonnetje, terug naar de snelweg voor een lift naar het centrum.