30 oktober, 2006

Odessa, Krim en via Oost-Oekraine naar Kiev II

In Sevastopol had men al gevraagd wat ik in Donetsk ging doen. Kharkiv en Dnipropetrovsk was te begrijpen, maar in Donetsk zou niets te zien of te beleven zijn. Het is inderdaad een grauwe industriestad en ik laat de bagage bij de left-luggage op het station om te zien of ik hier echt wel wil overnachten. In een internetcafe zoek ik op Wikipedia naar de bezienswaardigheden en lees de geschiedenis van de stad. Ik vind het geen inderdaad geen reden om te blijven en ga terug naar het station voor een ticket voor de volgende nachttrein. Niemand in de buurt om te helpen, schrijf ik met uiterste precisie de Cyrillische letters van vertrek en aankomstplaats. De datum, treinnummer en vertrektijd erbij....dat moet goed gaan!
Nu ik alle tijd heb, kijk ik bij het rangeerterrein achter het treinstation waar een groot aantal locomotieven uit vervlogen tijden staan opgesteld. Ik ga met de bus naar het centrum en kom tegen de avond weer terug. Het is koud en de elektronische temperatuurmeter geeft drie graden aan. De lange onderbroek zit onderin de rugtas, maar ik denk die binnekort nodig te gaan hebben.

In Kharkiv heb ik het geluk dat er een touristoffice op het station is. Behulpzame dames geven veel informatie, noteren op een boodschappenbriefje het Russische woord voor plattegrond en melden dat ik op het vierde metrostation moet uitstappen voor een goedkoop hotel. Ontzettend aardig, maar voor dat laatste had ik graag gehoord dat ik op het tweede station had moeten overstappen. Nu reis ik een uur onder de grond door grote metrostations met overvolle metro's. Ik vind uiteindelijk het opgegeven hotel. Het is het duurste tot nu toe, maar ik kies ervoor.
Terug van een bezoek aan een supermarkt word ik 's avonds staande gehouden door twee geuniformeerden. Wijdbeens en een gebaar om halt te houden wordt gevraagd naar mijn dokument. Ik reageer met een 'jullie eerst' (de eerste zogenaamde agent in burger al tegengekomen), maar de heren zijn de Engelste taal niet machtig en antwoorden met een 'Ausweiss bitte'. Ik toon mijn paspoort, vertel dat Hotel National mijn adres is en mag na een schouderklopje doorlopen.
Terug in het hotel draai ik een grote was in de badkuip van mijn huiselijke hotelkamer als er op de deur wordt geklopt. In de ene hand mijn vuile was en in de ander mijn pak waspoeder voor eenpersoonshuishoudens open ik de deur. Een dame die zo te zien niet bij het hotel hoort lispelt: 'hello, you need a massage or sex?' Stomverbaasd vraag ik hardop waar ik nu weer ben beland en bedank voor de eer. Er wordt nog aangedrongen voor een later tijdstip maar de deur is al halfdicht. Er werken echter meer dames op de gang en nog geen half uur later de volgende. Ik grap dat haar collega / concurrent net is geweest, maar deze vrouw spreekt en begrijpt nog minder Engels. De deur weer in het slot hoor ik dat er op vele andere deuren wordt geklopt en daarna een lange tijd geen voetstappen op de gang. Mijn 'njet passiba' heeft ze blijkbaar geen werkloze avond bezorgt.

Een nacht in Kharkiv en daarna naar Dnipropetrovsk. De treinverbinding is opgeheven dus ik ga met de bus. Een oude dubbeldekker (met bestemming Odessa) waarbij veel inzittenden op iedere stop hun voorraad bier en sterke drank aanvullen. Het is mijn eerste reis over de Oekreense wegen en die zijn erg slecht. We passeren lada's in alle kleuren van de regenboog met interessante bestickeringen. Ik noteer de leukste in mijn schrift: -Lada The Trust-, -Bad boys drive bad toys-, -Lada verspricht nicht, Lada garantiert-.

Een aankomst in Dnipropetrovsk in het donker. Vervelend, maar een chauffeur van een taxibus weet een goedkoop hotel wel te vinden. Onder de indruk van alle glazen kroonluchters kan ik mij niet meer herinneren of genoemde prijs in dollars of Oekreens khryvne was, maar het was erg veel. Ik informeer naar een goedkoper hotel, maak van het luxe toilet gebruik en pik een stadsplattegrond mee. Het wordt een lange sight-seeing in de avond en ik zie dat ook hier de grote merken zijn vertegenwoordigd aan de Lenin boulevards en de Karl Marx avenues.
Ik eindig de speurtocht naar een hotel bij Hotel Russvet. Een goed hotel maar de lange gangen doen mij aan het hotel in Kharkiv denken. Het is halft tien en er wordt op de deur geklopt.....Het is de floormaid met mijn paspoort dat ik had laten liggen bij de receptie. Iets later op de avond wordt nog een keer geklopt. Volgens mij had ik niet meer laten liggen bij het inchecken en blijf vermoeid liggen op bed. Het geklop gaat door en heel onbeleefd schreeuw ik wat in de richting van de gang. Dat helpt!

Dat er tijdens WO II veel gevochten is in Dnipropetrovsk is te zien. Er zijn weinig historische gebouwen. Ik kijk aan de rivier de Dniepr en informeer naar een bootverbinding met Kiev. Er schijnt een ferry te varen tussen Kiev en Odessa, maar niemand weet waar en of deze aanlegt in Dnipropetrovsk. Omdat er alleen een dure luxe trein gaat, kies ik voor een extra overnachting maar regel alvast een kaartje voor de volgende dag.
Een coupeklasse die ik deel met een dronken man die meteen gaat slapen en twee vriendelijke en rondborstige baboushka's die, zittend in hun nachtjapon, hun etenswaar uitstallen en mij daarin laten delen.
De aankomst in Kiev is iets na 06.00 uur. Op het perron klinkt muziek als bij de aftiteling van een film over het Rode Leger. Ik zoek de uitgang van het grote station en wandel in de rust van de vroege ochtend naar het hotel.

24 oktober, 2006

Odessa, Krim en via Oost-Oekraine naar Kiev I

De voorgenomen route is om via het schiereiland 'Krim' naar Donetsk en Kharkiv te reizen. Van Kharkiv naar Dnipropetrovsk en daar uitzoeken of er nog een bootverbinding is naar Kiev. Zo niet, dan met de trein naar de Oekreense hoofdstad.

Het treinstation van Odessa is een mooi en groot gebouw met vele kassa's en lange rijen wachtenden. Ik kom eigenlijk alleen voor informatie, maar er zit niets anders op dan mij in een van de rijen te voegen. Bij de loketten die ik probeer wordt ik afgesnauwd en kan ik op geen enkele manier duidelijk maken wat ik wil. Ik kijk in de vertrekhal nog op de informatieborden, word op de fingers getikt bij het maken van een foto (maar deze camera is zo snel..) en besluit de volgende dag terug te komen. Met een grote rugtas op mijn rug moet het duidelijk zijn dat ik weg wil uit Odessa. Zodoende sta ik de volgende ochtend opnieuw aan een van de loketten. In vijf verschillende talen vraag ik om een treinkaartje en wijs op een plaastnaam op de kaart van Oekraine. De lokettiste wordt nerveus en begint met veel handgebaar en steeds meer stemverheffing door de microfoon te praten. Een man in beschonken toestand achter mij in de rij denkt te kunnen helpen. Of beter gezegd, begint zich ermee te bemoeien en gaat iedere zin van de lokettiste herhalen. Er ontstaat het meest bijzondere driehoeksgesprek waar helemaal niets meer van te begrijpen is. De lokettiste praat tegen mij en de dronken man, hij praat tegen de lokettiste en tegen mij, en ik vraag na vijf minuten met een diepe zucht nog eenmaal om een treinticket naar Krim. Ik krijg een treinbiljet naar Mikolaiv. Niet de plaats waar ik heen wil, maar het ligt op de route.

Het treinstel waarin ik zit is een koude wagon met open zitcompartimenten langs het gangpad. Later zal ik begrijpen dat deze coupe een goedkope klasse is. De stoere conducteurs en parmantige conductrices hebben de pantalons verruild voor jogginbroek, de panty's voor wollen kniekousen en de naaldhakken voor warme sloffen. (Iedere wagon heeft een conducteur/conductrice die fungeert als steward/stewardess. Op de nachttrein koop je bij hun een lakenset en voor 20 eurocent voorzien zij je van koffie en/of thee)
Tegenover mij zit een jong Oekreens stel op de terugweg van familiebezoek in Polen. Beiden spreken redelijk Engels en dat maakt deze lange treinreis overdag wel zo gezellig. Bij aankomst in Mikolaiv helpen zij met de aanschaf van een treinticket naar Simferopol; een plaats op Krim. Omdat die trein pas om 4.50 in de ochtend vertrekt, word ik voor de korte nacht uitgenodigd in de flat van mijn nieuwe kennissen. Het is een stoffige bende en alles ligt overhoop. Installatiewerkzaamheden zijn in volle gang. Als enige flatbewoners hebben zij binnenkort centrale verwarming. De radiatoren hangen al op hun plek, alleen de aansluiting op de HR-ketel moet nog gebeuren. Tot die tijd staat een grote 10 liter pan op het fornuis en wordt heet water gemengd met koud, zodat dat minder koud is. Er wordt een kamer leeg gemaakt, aangeveegd en een logeerbed opgemaakt. Mijn slaapplaats voor de komende nacht.
Om 04.00 uur rinkelen drie wekkers, die van mij en twee van hun. Beiden zijn al in de kleren en begeleiden mij niet veel later naar het treinstation wat tegenover de flat is. Vlak voordat ik de trein instap krijg ik nog een plastic zak in mijn handen gedrukt, 'For you' en we nemen afscheid. De trein komt in beweging, we zwaaien en er wordt nog nageroepen: 'your seat is nr.7'. Opnieuw een open coupe. Het ruikt naar slapende mensen, het is roetdonker en ik zoek mijn weg. Zacht klinkt de muziek van een Russische opera die wordt overstemd door het geluid van vele snurkende passagiers.

Ik ben in Simferopol en zoek naar hotel Moskou. Een groot en lelijk gebouw, maar de staf spreekt redelijk Engels (buslijn sixtyfour voor het centrum, blijken lijnen six en four te zijn). In rust maak ik op mijn hotelkamer de meegekregen plastic zak open. Twee tomaten, een paprika en twee dubbele boterhammen met smeerkaas en ham. Etenswaren die ik vaker bij elkaar heb gezien, maar nu met een gevoel van melancholie zit op te eten. Vaker heb ik mij een rijke reiziger gevoeld, maar terug op Europees grondgebied komen de verschillen extra hard aan.
Ik maak 's werelds langste trolleybusrit van Simferopol naar Yalta. Twee en een half uur langs kilometers wijnranken en het Krimgebergte. Vanaf het busstation loop ik langs de Zwarte Zee naar het Livadia paleis. De ontmoetingsplek van Churchill, Roosevelt en Stalin gedurende de Yalta conferentie. Uitgerekend op woensdag is het paleis gesloten. Erg jammer, maar omdat Yalta de duurste plaats is van Oekraine blijf ik hier niet voor een overnachting.
Ik kijk nog aan de boulevard langs de haven. Tussen de bomen zie ik een groot standbeeld dat men zelfs van achter herkent. De ene hand aan de revers van zijn jas, geklemd om een rol perkament of vooruit gestrekt. Het is het grote beeld van Lenin die uitkijkt over alle moderniteiten aan de boulevard. Een kind in een grote elektrische auto, jongens die stunten op een skateboard of crossfiets en meiden met grote D&G brillen. Maar het meest in het oogspringende zijn de grote neonletters van McDonalds, Sony en Nokia op nog geen 50 meter afstand. Er is ook een soort van alledaagse markt waar van alles te koop is. Oude vrouwen met een sterke en geharde gelaatsuitdruk zitten op een tuinstoel achter een kleed waarop hun waar is uitgestald. Het meeste is prullaria of zelfgemaakte kleding, gebreide mutsen en sokken en gedroogde vis.

Ik regel een buskaartje naar Sevastopol. Een voormalig Russiche marinestad die sinds tien jaar open is voor toeristen en een haven die vol ligt met schepen van de Zwarte Zeevloot. Ik ben hier op doorreis en stort me weer met veel energie in het bemachtigen van een treinticket. Dit keer met bestemming Donetsk.
Opnieuw een dame achter het loket die vragen stelt waar ik niets van begrijp en onverschillig haar schouders ophaalt wanneer ik de bestemming 'Donetsk' noem. Met een reisgids onder mijn arm, kijk ik vragend om mij heen en naar de rij wachtenden achter mij. Gelukkig staat er iemand die een paar woorden Engels spreekt. Hij legt de verschillen uit tussen de goedkope klasse en de coupe's voor vier personen en niet veel later heb ik mijn ticket voor een coupe klasse. Vertrek om half twaalf 's nachts, dus de komende uren verblijf ik in het cafetaria aan de overkant van het station. Ik geniet van een Oekreense soep en zie de de behulpzame man met zijn vriend (oude schoolkameraad) binnenkomen. Ik maak een gebaar 'kom aan mijn tafel zitten' en de gezelligheid begint.
De sluitingstijd van het cafe nadert, en samen met Alexander en Vladimir vertrek ik naar een andere plaats in de buurt van het stationsgebouw. Een 'foute' bar en misschien wordt het boksen zegt de ene. Ik denk niet dat het zo'n vaart zal lopen op het stationsterrein en sta al andere kant van de deurpost. Het is inderdaad niet de plek waar ik vrienden mee naar toe zou nemen, maar ook voor deze plaatsen ben ik juist op reis. Een krakende stereo en een kapotte discobal. De dj op de radio kondigt een hit aan en oude vrouw op hoge hakken begint fanatiek te dansen. Mijn nieuwe vrienden kijken bedenkelijk en we praten over bekende Oekrainers. Ik noem een aantal sporters, maar allen schijnen Russisch te zijn. Het maakt niet uit, hun Russisch klinkt Engels en mijn Engels krijgt inmiddels een Russisch accent. We verstaan elkaar steeds beter. Het feest is compleet als ik mij verspreek en het Russia combineer met Rusland tot een 'Roesland'. Corrigeren heeft geen zin, het is gehoord en men vindt het luxe klinken. Het is inmiddels bijna half twaalf en we begeven ons naar het perron. Tussen de glazen bier door heeft de Oekrainer ook nog een kleine fles wodka leeggedronken en begint tegen iedereen 'Roesland, Roesland' te roepen. Ik loop er zwijgend naast, er is namelijk geen ander woord wat de situatie beter zou kunnen omschrijven.

15 oktober, 2006

Istanbul - Odessa

Nu alle (complexe) procedures voor het verkrijgen van een visum voor Oekraine zijn afgeschaft, is de reis naar de andere kant van de Zwarte Zee voor mij al een feit. Bij het bezoek aan Istanbul anderhalve maand geleden lag de UKRFerry aan de kade en had ik uit nieuwsgierigheid geinformeerd naar vertrekdagen, vertrektijden en prijzen.
Met regen en onweer ben ik op zondag in Istanbul. Ruim op tijd voor vertrek van de ferry, kies ik voor het vertrek op dinsdag met de Caledonia. Een klein schip van 65 meter dat meer romantiek uitstraalt dan het grote cruiseschip dat op donderdag vertrekt. Een kaartje voor een vierpersoonshut met raam is 125 dollar en de dame van de ticketverkoop vertelt dat diner, lunch en ontbijt bij de prijs zijn inbegrepen en dat ik tussen vijf en zeven aan boord word verwacht.
Met een paar gewisselde dollars voor Turkse lira koop ik nog een zak vol fruit en drink thee bij een pattisserie aan de Bosporus. Om een paar minuten voor vijf wandel ik door de haventerminal van Istanbul, maak nog een foto en ga aan boord. Ik meld mij bij de 'tourist office' op de eerste verdieping. De purser wijst op de plattegrond mijn hut aan, geeft mij een tafelnummer en wenst een goede reis. De hut voor 4 personen deel ik met ene Dimitri. Een niet heel spraakzame Oekrainer, maar vermoedelijk heeft dat iets met die lege fles wiskey naast zijn bed te maken.
Ik verken de vluchtwegen aan boord en zie dat een van de routes naar mijn reddingsboot (sloep nr.2) versperd wordt door honderden opgestapelde ladders. Goed om te weten in geval van nood!

Aan tafel 18 is een stoel voor mij gereserveerd. Rechts van mij zit een oude dame met een zilver ondergebit rochelende geluiden te maken. Links een jonge vrouw uit Odessa en tegenover mij haar vriendin uit Chisinau (hoofdstad Moldavie). Beiden zijn bijzonder uitdagend gekleed en vele blikken gaan in de richting van mijn/onze tafel.
In een van de gangen hangt de passagierslijst. Aan boord zijn drie Azerbeidzjanen, drie Turkmenen, een Rus, ene Jorszksja en Alexandrovitjs uit Zwitserland en Amerika, een Nederlander (dat ben ik) en de rest zijn Moldaviers, Turken en Oekrainers.
Totdat de Turkse grenspolitie aan boord komt ben ik druk bezig met het maken van vrienden. Ik spreek Turken die textielfabrieken hebben in Turkije en Oekraine, Oekrainers die aan boord hun nieuwe spelcomputer proberen en meiden uit Moldavie aan wie ik uitleg dat 'Hollanda' niet hetzelfde is als Moldova. De drie Turkmenen studeren in Oekraine voor piloot (kosten van de opleiding voor piloot burgerluchtvaart in Kirovohrad/ Oekraine zijn 1.000 dollar per jaar), en de Rus is net als ik aan het rondreizen.
De purser roept om te verzamelen in de bar voor de paspoort formaliteiten. Het moment om iedereen bij elkaar te zien. Turken gekleed in het trainingspak van hun favoriete voetbalclub knipogend en mij aanstotend bij iedere vrouw die voorbij loopt. Oost-Europese mannen met dikke buiken en hoekige gezichten, gespierde bemanningsleden met alleen de onderste twee knopen van het overhemd gesloten en een assistent van de grenspolitie in lange leren jas met lang vettig haar in een paardenstaart die alle Russisch klinkende namen voorleest. Te bijzonder om iedereen te omschrijven, maar met een grote grijns op mijn gezicht ga ik in het midden zitten. (De filmset Snatch, Pikey's en een 'Pink caravan for my mum' komt hier heel dichtbij.)
Klaar voor vertrek wordt gewacht op de loods. Met velen anderen kijk ik in de bar naar de televisie. Er is een documentaire over de MiG die wordt onderbroken door de ene na de andere reclame over wodka, de nieuwste Lada en gsm's.
Uren na middernacht gaan de trossen los en vaart de Caledonia langs de verlichte oevers van de Bosporus richting Zwarte Zee.

De gehele dag op zee een licht gevoel in mijn hoofd en vreselijke zeebenen. Zo snel mogelijk naar het achterdek voor frisse lucht. In de gangen is achter de leuning iedere meter een papieren zak geklemd en de Rus verteld dat het schommelen de afgelopen nacht nog veel erger was. Gelukkig heb ik daar niets van gemerkt.
Buiten waait een rustige zeewind en is nu voor mij de beste plaats om te zijn. Ik ben echter ook benieuwd wat op de vroege ochtend in het restaurant op tafel wordt gezet. Het is rustig in het restaurant en de meeste mensen die er zitten zien een beetje bleek en eten met tegenzin het stevige Oekreense ontbijt (gebakken spek, gebakken ei, gebakken worst). Omdat ik alleen zit, stop ik alle cakejes in mijn jaszak en ga terug naar buiten.
De kapitien is akkoord gegaan met mijn verzoek om op de brug te mogen kijken, ik spreek mijn nieuwe vrienden/kennissen uitgebreider en informeer naar bezienswaardigheden in Oekraine. De reisgids over Oost-Europa telt naast de pagina's over historie, cultuur en religie precies dertig bladzijden aan bruikbare informatie. Behalve Odessa en het schiereiland Krim staat er niets in uitgelicht over alles ten oosten van Kiev. Het reizen op de bonnefooi gaat vanaf nu een groter avontuur worden.
Bij gebrek aan informatie beeld ik in hoe het zal zijn. Ik heb grote verwachtingen van de oude Sovjet-staat en laat de fantasie de vrije loop. Veel Trabanten, Dacia's en luxe auto's met getint glas. Norse politiemannen met grote platten petten, Stalinistische architectuur en meer sierlijke gebouwen uit de 19e eeuw. Maar laat ik me vooral verrassen door het land dat ik eigenlijk alleen ken van voetbalclub Dynamo Kiev, de kernramp in Chernobyl, de Oranje revolutie en gastland van het Eurovisie Songfestival 2005.

Op 12 oktober varen we om 13.00 uur de haven van Odessa binnen. Het centrum is niet ver van de haven, maar ik wandel een uur heen en weer door dezelfde straat omdat ik de aanduiding van het hotel in het Cyrillische schrift (nog) niet kan lezen. De hotels tot 50 dollar hebben alleen douches met koud water. Ik eindig mijn zoektocht bij hotel 'Spartak' en zeg dat een koude douche voor mij geen probleem is. Nog niet wetend dat koud hier ook echt heel koud is.
Ik bezoek een tentoonstelling van kunstenaars uit St. Petersburg en laat me imponeren door de straten, boulevards en gebouwen. Odessa is een kosmopolitische stad waar alle grote merken zijn vertegenwoordigd. Een modern winkelcentrum en bijna alle jonge mensen zien eruit alsof ze een afspraakje hebben. Iemand verteld dat het asfalt uit de straten is vervangen door kasseien omdat dat beter bij het karakter van de stad past. Er zijn veel casino's, wisselkantoren en (sterke) drank is op iedere straathoek verkrijgbaar. Maar tussen alle rijkdom zit ook een grote groep minder bedeelden die de snelheid waarmee alles veranderd niet kunnen bijhouden.

08 oktober, 2006

Damascus - Ankara

Van de Syrische naar de Turkse hoofdstad. Een reis via Aleppo omdat ergens staat dat bustickets voor Turkije vanaf daar goedkoper zijn, maar ook omdat ik verwacht /hoop dat vervoer frequenter is naarmate de grens dichterbij is. Eenmaal in Aleppo zie ik dat prijzen in verhouding hetzelfde zijn en vertrek slechts een keer per dag om 03.00 uur 's nachts. Een servicetaxi naar Antakya is mogelijk, maar deze prijzen zijn hoog en zo'n haast heb ik nu ook niet. Ik wacht, laat de tast achter bij een kantoor op het busstation en bezoek het hotel waar ik eerder heb overnacht. Tijdens het vorige bezoek heb ik gezien dat daar een boekenkast staat met te lenen, te ruilen of te kopen boeken. De man met de sleutel van de kast is echter op vakantie, dus staar ik door de glazen deur en probeer alvast ideeen op te doen voor het vervolg van de reis. Ik slaap in de lobby van het hotel (dat kan in 'huiskamerhotels'), ga uit eten met eerder ontmoette reizigers en drink 's nachts Syrische wijn met de hotelmanager die blij is dat ik er weer ben. De fles is leeg en het is bijna half drie als ik mij richting het busstation begeef. In verband met de grenspassage controleer ik nog eenmaal de inhoud van mijn tas, zoek naar de bus en zet mijn stoel in de slaapstand.

In de vroege ochtend wordt in Antakya de Syrische bus verruild voor een Turkse bus en gaat de reis, na enige uren wachten op het busstation, verder richting Ankara. Antakya - Ankara is normaal een reis van ongeveer 12 uur, maar door een steekproefgewijze controle van de Turkse Jandarma begint die namiddag een vertraging die uren gaat duren. Er zit een groep van vijftien Afghanen en Pakistanen in de bus zonder paspoort of zonder visum. De reis gaat naar de dichtstbijzijnde stad voor een strenge controle omdat iedereen met een andere nationaliteit dan de Turkse verdacht is. Naar het toilet onder begeleiding en om het half uur mijn paspoort aan iemand anders laten zien. Na zes uur heb ik mijn paspoort terug met 'print-it' briefjes bij alles visumstempels. Ik doe mijn best voor een glimlach van oor tot oor maar heb een ontzettend slecht humeur. Van enige rust is niets terechtgekomen en om 04.00 uur 's nachts word ik afgezet langs de snelweg naast het grote gebouw van het busstation in Ankara. Ik ben de enige die uitstapt en de bus rijdt verder richting Istanbul.
Weg van de snelweg wacht ik tot het metrostation wordt geopend en ga naar de buurt met de meeste hotels. Ik beding een goede prijs voor een luxe kamer, vraag om een extra ontbijt voor deze ochtend en geef lichaam en geest even rust. Nescafe en Turkse koffie zonder suiker geven de oppepper die nodig is en ik zoek in Ankara naar de Iraanse ambassade. Verder weg dan ik dacht zoek en vraag ik naar de weg (toevallig twee keer aan een Iraanse vrouw) en stap tegen het einde van de ochtend de ambassade binnen. De aanvraagprocedure voor een Iraans visum is niet anders dan in Damascus maar wel moet vooraf worden betaald aan de Iraanse bank. Met vragen op het aanvraagformulier 'visa ever rejected? If yes, when?' schat ik mijn kansen niet heel groot. Teleurstellend is wel dat twee Fransen, een echtpaar uit Nederland en een Italiaan hun visum hier na 10 dagen kunnen komen afhalen.
Ik besluit geen geld en tijd te verspillen en de route te wijzigen. Turkije ligt centraal en veel landen zijn dichtbij. Mijn criterium om zoveel mogelijk over land en zee te reizen beperkt de keuze tussen de Kaukasische landen of Oost/West-Europa. Ik kies voor de nieuwe lidstaten en de kandidaatlidstaten van de Europese Unie.
Die middag ga ik nog naar alle uithoeken van Ankara opzoek naar boekwinkels voor een gids of een kaart. De topografische kennis is oke, maar ik weet graag in welk land en in welke stad of plaats de grenspassage is.

Ik plan een bezoek aan het werelderfgoed Capadocia, blader vluchtig door de 19 hoofdstukken (=landen) van de nieuwe reisgids, check het internet en lees dat benodigde visa voor Oekraine sinds 2005 zijn afgeschaft voor burgers van de EU, Zwitserland, USA, Canada en Japan. Dat wordt misschien een interessant alternatief voor Bulgarije. Ik ben alleen nog steeds in Centraal Anatolie en begin eerst aan een laatste nachtelijke busrit door Turkije; van Goreme naar Istanbul.