
Op het van treinstation van Amman is het weliswaar erg rustig, maar ik ga ervan uit dat zo goed als iedereen de bus of servicetaxi zal verkiezen boven een negen uur durende treinreis. Maar wat blijkt, deze week gaat er geen trein op maandag, maar alleen op donderdag.
Na het maken van een aantal foto's van het station dat zo uit de modelbouwdoos lijkt te komen, ga ik naar het busstation op zoek naar ander vervoer. Later wordt verteld dat er wel over treinverbindingen in Jordanie wordt geschreven, maar dat het land geen trein (meer) heeft.
Nu de treinreis niets meer wordt, kies ik gelijk voor de snelste manier van vervoer; de servicetaxi. Dan hoef ik op de grens ook niet op alle anderen te wachten die de grens willen passeren. Ik ben de eerste die zich aanmeld, dus ik moet wachten op drie anderen. Na een uur heeft slechts een Syrier zich aangemeld en beseft men dat ze ons niet nog langer kunnen laten wachten. Nog een ronde door de stad waarbij de chauffeur de bestemming 'Shams' (= Damascus) hard door mijn open raam naar buiten schreeuwt, en daarna op weg.
Eenmaal op de grens besef ik dat deze snelle manier van vervoer waarschijnlijk de beste is


Door een klein stuk niemandsland en dan opnieuw alle formaliteiten, maar nu voor Syrie. Ik had mij al verzekerd van Syrische Ponden, maar men wil dat ik Amerikaanse Dollars wissel en wil zelfs het recu van de geldwissel. Opnieuw speel ik het hele spel maar weer mee. Ik ga in het ene gebouw geld wisselen, ergens anders mijn visumzegels kopen en in het derde gebouw worden ze in mijn paspoort geplakt. Het lijkt zo eenvoudig, maar in ieder gebouw ben ik drie keer geweest.
Een uur later is alles in orde. Hoewel, in orde...Ik vroeg toch expliciet om een 'mulitple entry' visum. En wat er nu in mijn paspoort is geplakt en gestempeld wordt ik geen wijs uit. Een klus om volgende week uit te zoeken in Damascus, voordat ik bij de grensovergang Libanon-Syrie opnieuw moet betalen.

Ik word afgezet langs de snelweg, stap over op een andere taxi om mij naar een van de busstations van Damascus te brengen en reis in 3,5 uur door naar Palmyra. Ik was er al enigzins op voorbereid, maar hoor nu dat er geen festival is. Als een amateur-archeoloog zwerf ik de volgende dagen door de oude stad, ontmoet een bekende (via e-mail afgesproken) ga uit eten met Australiers en een Fransman, laat een studentenkaart (na)maken (altijd al eens aan de Oxford University willen studeren) en ga, bij gebrek aan ander entertainment, achterop een motorfiets naar de op van een heuvel om de zoveelste zonsondergang te bekijken.

De militair bij de entree verwijst mij door naar de derde etage. Ik neem plaats in de wachtruimte maar ga na 15 minuten toch eens informeren wanneer ik eigenlijk aan de beurt ben. Zo kom ik in het kantoor van de baas van dit departement die in een grote kamer naar de televisie zit te kijken en de goed te keuren dossiers laat voor wat het is. Goed voorbeeld doet goed volgen, want alle geuniformeerde beambten staan op de gang te roken en elkaar grappen te vertellen. En ik, ik moet weer eens in een ander gebouw zijn.
Niet opgeven en opzoek naar het volgende departement. Daar leg ik uit wat die stempel van de Islamitische Republiek Mauretanie in mijn

Met al dat heen-en-weer gewandel door de stad heb ik in het voorbijgaan de Damascus University gezien. Ik informeer naar het cursusaanbod van talen en hoor dat dat op een andere faculteit wordt gedoceerd. Men dirrigeert mij naar een minibus, roept wat tegen de chauffeur en ik ga naar het volgende universiteitscomplex waar ik alle informatie over de te geven cursussen krijg.

Omdat Syrie een goedkoop land is om te verblijven, Damascus en omgeving erg interessant zijn en de mensen over het algemeen Arabisch spreken (ipv Frans en Engels in Beiroet), wijzig ik het studieplan in de reis. De American University van Beirut wordt verruild voor de Damascus University. Het enige wat ik nog niet zeker weet is of ik een appartement zal huren in de oude stad of voor de gezelligheid in het hotel verblijf.
Verreisd neem ik plaats in de kappersstoel en laat in het oudste badhuis van Damascus met de meest grove schuurspons alle dode huidcellen van mijn lichaam schrobben. Daar knapt een mens van op!