
Het enige museum van Irbid, The museum of Jordanian Heritage, ligt midden op het universiteitsterrein en ik breng een bezoek. Niet zozeer om de zoveelste verzameling oude munten, potten en pannen te zien maar om een goed excuus te hebben om het terrein van de universiteit op te mogen. Op mijn gemak kan ik nu bekijken hoe en waar leeftijdgenoten studeren.
Irbid is een goede uitvalsbasis om de bezienswaardigheden in de omgeving te bekijken (Jerash, Ajloun, Pella en Umm Qais). Vanwege het noodweer verblijf ik echter de eerste dagen in de buurt van mijn hotel en een internetcafe om de hoek. Tussen stroomstoringen en netwerkproblemen door update ik mijn weblog, verstuur email en praat in het hotel over Den Helder. De zoon van de manager is er zelfs geweest en laat foto's zien van de vuurtoren en de Texelse boot.

Ook al zit mijn haar door de war en heb ik mij dagen niet geschoren, blauwe ogen zijn hier een zeldzaamheid! Van een serieuze blik op mijn plattegrond komt voorlopig dan ook niets meer terecht. Ik stop de reisgids in de tas en moet met iedereen op de foto.
Terug in Irbid heb ik het in het hotel over de de fotosessie in Jerash in vergelijking met de rest wat mij opvalt. Iedere Jordanier vraagt namelijk: 'do you love Jordan?'. Maar wanneer sommige studentes voor de foto zelfs hun hoofddoek af doen (sommige deden hem weliswaar ook speciaal

Omdat door heel Jordanie met de bus wordt gereisd, doe ik mijn best om uit te vinden of er een treinverbinding is naar Damascus. Die is er, maar slechts twee keer in de week. Alleen op maandag en donderdag om 08.00 uur 's ochtends. Volgens de reisgids de meest langzame (9 uur), goedkope (2,5 JD) en oncomfortabele manier om naar Syrie te reizen. Daarentegen ook een reis met de meeste sfeer en, als je geluk hebt, vanaf de grens een stoomtrein naar de Syrische hoofdstad. Ik vind het het wachten waard en verblijf voor twee dagen opnieuw in Amman in hetzelfde hotel als vorige week.
