24 oktober, 2006

Odessa, Krim en via Oost-Oekraine naar Kiev I

De voorgenomen route is om via het schiereiland 'Krim' naar Donetsk en Kharkiv te reizen. Van Kharkiv naar Dnipropetrovsk en daar uitzoeken of er nog een bootverbinding is naar Kiev. Zo niet, dan met de trein naar de Oekreense hoofdstad.

Het treinstation van Odessa is een mooi en groot gebouw met vele kassa's en lange rijen wachtenden. Ik kom eigenlijk alleen voor informatie, maar er zit niets anders op dan mij in een van de rijen te voegen. Bij de loketten die ik probeer wordt ik afgesnauwd en kan ik op geen enkele manier duidelijk maken wat ik wil. Ik kijk in de vertrekhal nog op de informatieborden, word op de fingers getikt bij het maken van een foto (maar deze camera is zo snel..) en besluit de volgende dag terug te komen. Met een grote rugtas op mijn rug moet het duidelijk zijn dat ik weg wil uit Odessa. Zodoende sta ik de volgende ochtend opnieuw aan een van de loketten. In vijf verschillende talen vraag ik om een treinkaartje en wijs op een plaastnaam op de kaart van Oekraine. De lokettiste wordt nerveus en begint met veel handgebaar en steeds meer stemverheffing door de microfoon te praten. Een man in beschonken toestand achter mij in de rij denkt te kunnen helpen. Of beter gezegd, begint zich ermee te bemoeien en gaat iedere zin van de lokettiste herhalen. Er ontstaat het meest bijzondere driehoeksgesprek waar helemaal niets meer van te begrijpen is. De lokettiste praat tegen mij en de dronken man, hij praat tegen de lokettiste en tegen mij, en ik vraag na vijf minuten met een diepe zucht nog eenmaal om een treinticket naar Krim. Ik krijg een treinbiljet naar Mikolaiv. Niet de plaats waar ik heen wil, maar het ligt op de route.

Het treinstel waarin ik zit is een koude wagon met open zitcompartimenten langs het gangpad. Later zal ik begrijpen dat deze coupe een goedkope klasse is. De stoere conducteurs en parmantige conductrices hebben de pantalons verruild voor jogginbroek, de panty's voor wollen kniekousen en de naaldhakken voor warme sloffen. (Iedere wagon heeft een conducteur/conductrice die fungeert als steward/stewardess. Op de nachttrein koop je bij hun een lakenset en voor 20 eurocent voorzien zij je van koffie en/of thee)
Tegenover mij zit een jong Oekreens stel op de terugweg van familiebezoek in Polen. Beiden spreken redelijk Engels en dat maakt deze lange treinreis overdag wel zo gezellig. Bij aankomst in Mikolaiv helpen zij met de aanschaf van een treinticket naar Simferopol; een plaats op Krim. Omdat die trein pas om 4.50 in de ochtend vertrekt, word ik voor de korte nacht uitgenodigd in de flat van mijn nieuwe kennissen. Het is een stoffige bende en alles ligt overhoop. Installatiewerkzaamheden zijn in volle gang. Als enige flatbewoners hebben zij binnenkort centrale verwarming. De radiatoren hangen al op hun plek, alleen de aansluiting op de HR-ketel moet nog gebeuren. Tot die tijd staat een grote 10 liter pan op het fornuis en wordt heet water gemengd met koud, zodat dat minder koud is. Er wordt een kamer leeg gemaakt, aangeveegd en een logeerbed opgemaakt. Mijn slaapplaats voor de komende nacht.
Om 04.00 uur rinkelen drie wekkers, die van mij en twee van hun. Beiden zijn al in de kleren en begeleiden mij niet veel later naar het treinstation wat tegenover de flat is. Vlak voordat ik de trein instap krijg ik nog een plastic zak in mijn handen gedrukt, 'For you' en we nemen afscheid. De trein komt in beweging, we zwaaien en er wordt nog nageroepen: 'your seat is nr.7'. Opnieuw een open coupe. Het ruikt naar slapende mensen, het is roetdonker en ik zoek mijn weg. Zacht klinkt de muziek van een Russische opera die wordt overstemd door het geluid van vele snurkende passagiers.

Ik ben in Simferopol en zoek naar hotel Moskou. Een groot en lelijk gebouw, maar de staf spreekt redelijk Engels (buslijn sixtyfour voor het centrum, blijken lijnen six en four te zijn). In rust maak ik op mijn hotelkamer de meegekregen plastic zak open. Twee tomaten, een paprika en twee dubbele boterhammen met smeerkaas en ham. Etenswaren die ik vaker bij elkaar heb gezien, maar nu met een gevoel van melancholie zit op te eten. Vaker heb ik mij een rijke reiziger gevoeld, maar terug op Europees grondgebied komen de verschillen extra hard aan.
Ik maak 's werelds langste trolleybusrit van Simferopol naar Yalta. Twee en een half uur langs kilometers wijnranken en het Krimgebergte. Vanaf het busstation loop ik langs de Zwarte Zee naar het Livadia paleis. De ontmoetingsplek van Churchill, Roosevelt en Stalin gedurende de Yalta conferentie. Uitgerekend op woensdag is het paleis gesloten. Erg jammer, maar omdat Yalta de duurste plaats is van Oekraine blijf ik hier niet voor een overnachting.
Ik kijk nog aan de boulevard langs de haven. Tussen de bomen zie ik een groot standbeeld dat men zelfs van achter herkent. De ene hand aan de revers van zijn jas, geklemd om een rol perkament of vooruit gestrekt. Het is het grote beeld van Lenin die uitkijkt over alle moderniteiten aan de boulevard. Een kind in een grote elektrische auto, jongens die stunten op een skateboard of crossfiets en meiden met grote D&G brillen. Maar het meest in het oogspringende zijn de grote neonletters van McDonalds, Sony en Nokia op nog geen 50 meter afstand. Er is ook een soort van alledaagse markt waar van alles te koop is. Oude vrouwen met een sterke en geharde gelaatsuitdruk zitten op een tuinstoel achter een kleed waarop hun waar is uitgestald. Het meeste is prullaria of zelfgemaakte kleding, gebreide mutsen en sokken en gedroogde vis.

Ik regel een buskaartje naar Sevastopol. Een voormalig Russiche marinestad die sinds tien jaar open is voor toeristen en een haven die vol ligt met schepen van de Zwarte Zeevloot. Ik ben hier op doorreis en stort me weer met veel energie in het bemachtigen van een treinticket. Dit keer met bestemming Donetsk.
Opnieuw een dame achter het loket die vragen stelt waar ik niets van begrijp en onverschillig haar schouders ophaalt wanneer ik de bestemming 'Donetsk' noem. Met een reisgids onder mijn arm, kijk ik vragend om mij heen en naar de rij wachtenden achter mij. Gelukkig staat er iemand die een paar woorden Engels spreekt. Hij legt de verschillen uit tussen de goedkope klasse en de coupe's voor vier personen en niet veel later heb ik mijn ticket voor een coupe klasse. Vertrek om half twaalf 's nachts, dus de komende uren verblijf ik in het cafetaria aan de overkant van het station. Ik geniet van een Oekreense soep en zie de de behulpzame man met zijn vriend (oude schoolkameraad) binnenkomen. Ik maak een gebaar 'kom aan mijn tafel zitten' en de gezelligheid begint.
De sluitingstijd van het cafe nadert, en samen met Alexander en Vladimir vertrek ik naar een andere plaats in de buurt van het stationsgebouw. Een 'foute' bar en misschien wordt het boksen zegt de ene. Ik denk niet dat het zo'n vaart zal lopen op het stationsterrein en sta al andere kant van de deurpost. Het is inderdaad niet de plek waar ik vrienden mee naar toe zou nemen, maar ook voor deze plaatsen ben ik juist op reis. Een krakende stereo en een kapotte discobal. De dj op de radio kondigt een hit aan en oude vrouw op hoge hakken begint fanatiek te dansen. Mijn nieuwe vrienden kijken bedenkelijk en we praten over bekende Oekrainers. Ik noem een aantal sporters, maar allen schijnen Russisch te zijn. Het maakt niet uit, hun Russisch klinkt Engels en mijn Engels krijgt inmiddels een Russisch accent. We verstaan elkaar steeds beter. Het feest is compleet als ik mij verspreek en het Russia combineer met Rusland tot een 'Roesland'. Corrigeren heeft geen zin, het is gehoord en men vindt het luxe klinken. Het is inmiddels bijna half twaalf en we begeven ons naar het perron. Tussen de glazen bier door heeft de Oekrainer ook nog een kleine fles wodka leeggedronken en begint tegen iedereen 'Roesland, Roesland' te roepen. Ik loop er zwijgend naast, er is namelijk geen ander woord wat de situatie beter zou kunnen omschrijven.