15 oktober, 2006

Istanbul - Odessa

Nu alle (complexe) procedures voor het verkrijgen van een visum voor Oekraine zijn afgeschaft, is de reis naar de andere kant van de Zwarte Zee voor mij al een feit. Bij het bezoek aan Istanbul anderhalve maand geleden lag de UKRFerry aan de kade en had ik uit nieuwsgierigheid geinformeerd naar vertrekdagen, vertrektijden en prijzen.
Met regen en onweer ben ik op zondag in Istanbul. Ruim op tijd voor vertrek van de ferry, kies ik voor het vertrek op dinsdag met de Caledonia. Een klein schip van 65 meter dat meer romantiek uitstraalt dan het grote cruiseschip dat op donderdag vertrekt. Een kaartje voor een vierpersoonshut met raam is 125 dollar en de dame van de ticketverkoop vertelt dat diner, lunch en ontbijt bij de prijs zijn inbegrepen en dat ik tussen vijf en zeven aan boord word verwacht.
Met een paar gewisselde dollars voor Turkse lira koop ik nog een zak vol fruit en drink thee bij een pattisserie aan de Bosporus. Om een paar minuten voor vijf wandel ik door de haventerminal van Istanbul, maak nog een foto en ga aan boord. Ik meld mij bij de 'tourist office' op de eerste verdieping. De purser wijst op de plattegrond mijn hut aan, geeft mij een tafelnummer en wenst een goede reis. De hut voor 4 personen deel ik met ene Dimitri. Een niet heel spraakzame Oekrainer, maar vermoedelijk heeft dat iets met die lege fles wiskey naast zijn bed te maken.
Ik verken de vluchtwegen aan boord en zie dat een van de routes naar mijn reddingsboot (sloep nr.2) versperd wordt door honderden opgestapelde ladders. Goed om te weten in geval van nood!

Aan tafel 18 is een stoel voor mij gereserveerd. Rechts van mij zit een oude dame met een zilver ondergebit rochelende geluiden te maken. Links een jonge vrouw uit Odessa en tegenover mij haar vriendin uit Chisinau (hoofdstad Moldavie). Beiden zijn bijzonder uitdagend gekleed en vele blikken gaan in de richting van mijn/onze tafel.
In een van de gangen hangt de passagierslijst. Aan boord zijn drie Azerbeidzjanen, drie Turkmenen, een Rus, ene Jorszksja en Alexandrovitjs uit Zwitserland en Amerika, een Nederlander (dat ben ik) en de rest zijn Moldaviers, Turken en Oekrainers.
Totdat de Turkse grenspolitie aan boord komt ben ik druk bezig met het maken van vrienden. Ik spreek Turken die textielfabrieken hebben in Turkije en Oekraine, Oekrainers die aan boord hun nieuwe spelcomputer proberen en meiden uit Moldavie aan wie ik uitleg dat 'Hollanda' niet hetzelfde is als Moldova. De drie Turkmenen studeren in Oekraine voor piloot (kosten van de opleiding voor piloot burgerluchtvaart in Kirovohrad/ Oekraine zijn 1.000 dollar per jaar), en de Rus is net als ik aan het rondreizen.
De purser roept om te verzamelen in de bar voor de paspoort formaliteiten. Het moment om iedereen bij elkaar te zien. Turken gekleed in het trainingspak van hun favoriete voetbalclub knipogend en mij aanstotend bij iedere vrouw die voorbij loopt. Oost-Europese mannen met dikke buiken en hoekige gezichten, gespierde bemanningsleden met alleen de onderste twee knopen van het overhemd gesloten en een assistent van de grenspolitie in lange leren jas met lang vettig haar in een paardenstaart die alle Russisch klinkende namen voorleest. Te bijzonder om iedereen te omschrijven, maar met een grote grijns op mijn gezicht ga ik in het midden zitten. (De filmset Snatch, Pikey's en een 'Pink caravan for my mum' komt hier heel dichtbij.)
Klaar voor vertrek wordt gewacht op de loods. Met velen anderen kijk ik in de bar naar de televisie. Er is een documentaire over de MiG die wordt onderbroken door de ene na de andere reclame over wodka, de nieuwste Lada en gsm's.
Uren na middernacht gaan de trossen los en vaart de Caledonia langs de verlichte oevers van de Bosporus richting Zwarte Zee.

De gehele dag op zee een licht gevoel in mijn hoofd en vreselijke zeebenen. Zo snel mogelijk naar het achterdek voor frisse lucht. In de gangen is achter de leuning iedere meter een papieren zak geklemd en de Rus verteld dat het schommelen de afgelopen nacht nog veel erger was. Gelukkig heb ik daar niets van gemerkt.
Buiten waait een rustige zeewind en is nu voor mij de beste plaats om te zijn. Ik ben echter ook benieuwd wat op de vroege ochtend in het restaurant op tafel wordt gezet. Het is rustig in het restaurant en de meeste mensen die er zitten zien een beetje bleek en eten met tegenzin het stevige Oekreense ontbijt (gebakken spek, gebakken ei, gebakken worst). Omdat ik alleen zit, stop ik alle cakejes in mijn jaszak en ga terug naar buiten.
De kapitien is akkoord gegaan met mijn verzoek om op de brug te mogen kijken, ik spreek mijn nieuwe vrienden/kennissen uitgebreider en informeer naar bezienswaardigheden in Oekraine. De reisgids over Oost-Europa telt naast de pagina's over historie, cultuur en religie precies dertig bladzijden aan bruikbare informatie. Behalve Odessa en het schiereiland Krim staat er niets in uitgelicht over alles ten oosten van Kiev. Het reizen op de bonnefooi gaat vanaf nu een groter avontuur worden.
Bij gebrek aan informatie beeld ik in hoe het zal zijn. Ik heb grote verwachtingen van de oude Sovjet-staat en laat de fantasie de vrije loop. Veel Trabanten, Dacia's en luxe auto's met getint glas. Norse politiemannen met grote platten petten, Stalinistische architectuur en meer sierlijke gebouwen uit de 19e eeuw. Maar laat ik me vooral verrassen door het land dat ik eigenlijk alleen ken van voetbalclub Dynamo Kiev, de kernramp in Chernobyl, de Oranje revolutie en gastland van het Eurovisie Songfestival 2005.

Op 12 oktober varen we om 13.00 uur de haven van Odessa binnen. Het centrum is niet ver van de haven, maar ik wandel een uur heen en weer door dezelfde straat omdat ik de aanduiding van het hotel in het Cyrillische schrift (nog) niet kan lezen. De hotels tot 50 dollar hebben alleen douches met koud water. Ik eindig mijn zoektocht bij hotel 'Spartak' en zeg dat een koude douche voor mij geen probleem is. Nog niet wetend dat koud hier ook echt heel koud is.
Ik bezoek een tentoonstelling van kunstenaars uit St. Petersburg en laat me imponeren door de straten, boulevards en gebouwen. Odessa is een kosmopolitische stad waar alle grote merken zijn vertegenwoordigd. Een modern winkelcentrum en bijna alle jonge mensen zien eruit alsof ze een afspraakje hebben. Iemand verteld dat het asfalt uit de straten is vervangen door kasseien omdat dat beter bij het karakter van de stad past. Er zijn veel casino's, wisselkantoren en (sterke) drank is op iedere straathoek verkrijgbaar. Maar tussen alle rijkdom zit ook een grote groep minder bedeelden die de snelheid waarmee alles veranderd niet kunnen bijhouden.