25 april, 2006

Alle wegen leiden naar Amman

Vanaf het moment dat ik 6 april in Aqaba ben gearriveerd, vraagt iedere bus en taxichauffeur of ik naar Amman wil. Het is dan ook erg eenvoudig om een bus aan te houden die naar de hoofdstad moet. Madaba-Amman is een afstand van ongeveer 30 km, maar omdat de wegen in de buurt van Amman steeds drukker worden, ben ik hier (ondanks de rijstijl van de chauffeur) niet binnen de anderhalf uur.
Het busstation 'Raghadan' in Amman is ontzettend druk. Iedereen heeft een kraampje op straat en de muziekwinkel probeert het volume van de stereo met nieuwe Arabische pophits boven dat van de reciterende koranverzen van de winkel van de buurman te laten klinken. In vergelijking met Cairo is Amman een veel rustiger stad. Desondanks is het goed dat ik mijn laatste dag in Madaba 2x de klok rond heb geslapen. Het contrast met de andere steden in Jordanie is namelijk erg groot.
In het backpackershotel downtown in Amman zie ik vele bekende gezichten van reizigers die ik eerder in Egypte of het zuiden van Jordanie ben tegengekomen. Ik spreek een paar Japanners die klagen dat ze hier niet zoals in Cairo voor $ 5,- per dag kunnen rondkomen en al dagen boven hun budget leven. Wat zou men eten en waar zou men overnachten vraag ik mij af als ik met (net-gemaakte) internationale vrienden voor 6 euro 2 halve liters Amstel wegdrink in de 'Jordan Bar'.
Terug in het hotel zie ik op Al Jazeera een voorlichtingsfilmpje over de vogelgriep, wordt bericht over heftige confrontaties tussen Christenen en Moslims in Alexandrie en lees ik in de Jordan Times over de zelfmoordaanslag met Pasen in Tel Aviv.

Veel bezienswaardigheden heeft Amman niet. En wat er is, is vrijwel direct omgeven door huizenblokken en winkels. Reizigers die ik tot op heden ben tegengekomen hadden geadviseerd niet te veel tijd in Amman door te brengen. Ik vind het daarentegen wel een leuke stad en kijk mijn ogen uit.
Op iedere straathoek minstens een boekhandelaar die zijn koopwaar breed heeft uitgestald. Arabische boeken van Disney, kookboeken, boeken over accupuntuur en anti-semitisme, de Koran in iedere denkbare grootte, Hitler's Mein Kampf, het leven van Bill Clinton naast dat van Che Guevara, Dan Brown's vertaalde Da Vinci Code en heel veel boeken van Islamitische geleerden.
In de supermarkt zie ik dat niet alleen Coca-Cola en Pepsi, maar ook andere bekende merken heel precies de Arabische markt bedienen. Uiteraard check ik of de merknaam hetzelfde is, of dat er een verschil is in uitspraak. Maar nee, Pringles is gewoon Pringles en Colgate is hier ook gewoon Colgate. Alleen de tekst is anders. Hoe is dit trouwens in China?

Ik zoek het antwoord op mijn vraag waarom er in een straat 14 (!) dierenwinkels naast elkaar zitten. De ene winkelier verteld dat iedereen een andere leverancier heeft en niet precies hetzelfde verkoopt als de rest. De andere winkelier neemt mij mee naar zijn winkel; de meest luxe goudvissenwinkel die men zich kan voorstellen. Ik zie een vestigingsdatum van 1964, word kort onderwezen in de Arabische handelsgeest en er wordt een vergeeld krantenknipsel tevoorschijn gehaald zodat ik kan zien dat dit de eerste pioneershop was. Het wordt nu een stuk duidelijker. Toch praat ik die middag met jonge Ammani's over hetzelfde en bespreek ik hun universiteit, toerisme in het Midden-Oosten en de bruidschat; een traditie die liefde vaak in de weg staat.

Vorig jaar iets op tv gezien en in tijdschriften gelezen over het uitgaansleven in het Midden-Oosten. Aangezien het donderdagavond is, voorspelt dat een drukte in clubs en discotheken. Zoveel zijn het er trouwens niet, dus ik selecteer er een aantal op een logische wandel/ taxi route. De eerste club blijkt alleen een restaurant te zijn, de tweede is overvol en kan ik niet naar binnen en nummer 3 is populair volgens de reisgids maar zitten niet veel mensen en is alleen toegankelijk voor hotelgasten en clubmembers.
Ik vestig de hoop op nummer 4. 'The Irish Pub'. Eigenlijk alleen toegankelijk als ik samen met een vrouw ben. Maar als ik de portier vraag waar die om middernacht vandaan te halen mag ik alsnog naar binnen. Eenmaal binnen, zie ik dat niets op een Irish Pub lijkt, ontmoet ik twee Zuid-Afrikaanse piloten die voor het Rode Kruis op Irak vliegen en zie Amman's jetset feesten, dansen en drinken.

Met een georganiseerde tour van het hotel kan ik de oostelijke woestijn in. Een gebied dat ik zou hebben overgeslagen omdat openbaar vervoer onmogelijk is en de enige bezienswaardigheden (ruines van) oude kastelen en badhuizen zijn. Nu de prijs van de taxi wordt gedeeld, boek ik met twee Tsjechen en een Italiaan een programma van een halve dag. Op de weg naar het oosten rijdt veel vrachtverkeer uit Irak en Koeweit en onze taxichauffeur praat aan een stuk over de bezienswaardigheden langs de weg.

De laatste dag in Amman lig ik aan het strand van 'Amman Tourist Beach' en drijf ik in de Dode Zee. Een heel bijzondere ervaring. Zwemmen is bijna niet mogelijk want men ligt letterlijk op het water.
In tegenstelling tot de heenweg, rijden er alleen geen bussen van de Dode Zee terug naar Amman. Ik kan wachten bij het checkpoint van de politie en agenten informeren welke auto's naar Amman gaan en met wie ik kan meerijden. Zodoende reis ik met een vrachtwagen afgeladen met tomaten op de rijbaan
voor langzaamrijdend verkeer terug naar de hoofdstad. De chauffeur belt nog met een Engels sprekende vriend zodat ik mijn bestemming kan toelichten, en niet ver van mijn hotel word ik afgezet.