20 april, 2006

Van zuid naar noord via de King's Highway

Vanuit Dana vertrekt iedere morgen om 08.00 uur een bus naar Tafileh. Tenminste dat wordt mij verteld. Precies zoals men zegt, sta ik klaar om 07.55 maar komt de bus pas om 09.30 uur. Had ik kunnen weten!
Na 5 minuten met de bus, kom ik op een splitsing van wegen waar de buschauffeur en ik allebei een andere kant uit moeten. Nauwelijks de bus uitgestapt en direct biedt iemand aan mij verder te brengen. Ik lach om de prijs en zeg ik een taal van Engels en Arabisch dat ik voor dat bedrag wel vijf keer heen en weer kan rijden. Opeens spreekt men wel Engels en hoor ik aan dat de benzineprijs fors is gestegen naar 430 fils. (1000 fils = 1 JD = 1,20 euro). Omdat de prijs niet veel zakt, wacht ik op een auto die de afslag neemt naar Tafileh. Niet veel later kan ik mee met een autobus voor 1 JD en heb alsnog een perfecte aansluiting op de bus naar Karak.

Karak, een stad op de top van een heuvel heeft een belangrijke bezienswaardigheid. Een kasteel, dat nog in redelijke staat verkeerd, uit de tijd van de kruisvaarders. Een wandeling door de stad is daarnaast ook de moeite waard. In een Kodak-shop zie ik tussen allerlei wissellijsten en fotoboeken een fotoalbum van Poneypark Slagharen 'Park van Plezier'. Meteen wordt het aangeboden als kado en moet ik mijn uiterste best doen om dit geschenk beleefd te weigeren. Helaas kom ik er niet achter hoe dat album nu hier terecht is gekomen.
In de namiddag zit ik in de bakkerij van Karak mijn snoep te delen, praat met de slager over mijn reis en nodigen oude dames mij uit voor een kopje Arabische koffie. Men is niet alleen buitengewoon vriendelijk, maar eindigt een gesprek ook niet met de vraag een visum te regelen om naar Nederland te komen of om geld.

Met de bus reis ik verder naar Madaba. Verbazinwekkend dat er voor een stad als Madaba alleen op zondag een directe busverbinding is. Nu moet ik via Amman (100 km naar het noorden en aan de andere kant van Amman met de juiste bus weer 30 km naar het zuiden) of eerst naar Mujib, en daar verder zien. Ik check de reisgids, gok erop dat Mujib in de buurt ligt van Wadi Mujib en kies voor deze optie. De busrit is weer een beleving op zich. Bij iedere stop, waarbij mannen en vrouwen in en uitstappen, moet ook bijna iedereen in de bus van plaats verwisselen zodat geen (vreemde) man naast een (vreemde) vrouw komt te zitten. Ingeklemd tussen kleden, tapijten, pakken rijst en mijn eigen bagage kan er niemand naast mij zitten en hoef ik hier niet aan mee te doen. Achterstevoren op mijn stoel staar ik door de bus en zie met welke vanzelfsprekendheid men van stoel of bank wisselt.
Mujib ligt dan wel op mijn route, waar ik word afgezet is de meest verlaten plek waar ik tot nu toe ben geweest. Gelukkig staat ook een agent te liften die wenkt als een auto voor hem stopt. Sneller dan ik hier ooit had durven dromen ben ik binnen 5 minuten weer op weg.

In Madaba ding ik af op de hotelprijs (bijna alles is onderhandelbaar), kijk vanaf Mt. Nebo over het beloofde land, laat mijn bergschoenen repareren en bekijk het dagelijkse leven. Maar zolang ik mannen zelfs abaya's en de hijab (hoofddoek) zie verkopen, dameskapsalons gordijnen en vitrage hebben om te voorkomen dat men naar binnen kan kijken, in internetcafe's kinderen de Arabische WeekendMiljonairs spelen maar mannen pornografische websites bekijken, jongens intiem met elkaar dansen op de ringtone van de Lambada en politieagenten stoer de foto's van ondeugende vrouwen op hun mobieltje laten zien, snap ik er nog helelmaal niets van.
Een beetje in de war en vermoeid van alle indrukken, mensen en belevenissen eet ik gedurende mijn 3daags verblijf in Madaba in het duurste restaurant van de stad. Ik probeer alle Mezze van het menu en geniet van de live muziek.